Tijdens de volgende editie van Hapje Cultuur is M. Diepeveen-Jansen te gast. Zij is auteur van het boek ‘Kastelen, buitenplaatsen en landgoederen’.
De oevers van de Oude IJssel waren vanaf een ver verleden aantrekkelijke plaatsen om er te wonen en te werken. Vanaf de vroege middeleeuwen worden bouwwerken neergezet, waarvan de bovengrondse resten tot op heden zichtbaar zijn. Lokale adellijke machthebbers bouwden vierkante, meestal houten woontorens op een opgeworpen heuvel. Later maakten deze torens plaats voor kastelen, meestal gebouwd op de hoge en droge rivierduinen ten oosten van de Oude IJssel. De grachten daaromheen werden gevoed door de rivier. In de loop der tijd werden de kastelen steeds meer uitgebreid met muren, torens, woonruimtes en dienstwoningen.
Na de middeleeuwen, toen het kasteel niet meer noodzakelijk was om have en goed te verdedigen, werden ze omgebouwd tot aangename en comfortabele woonhuizen. Mooie parken werden rond het huis aangelegd en het huis en park maakten deel uit van uitgestrekte landgoederen. Boerderijen, bossen, molens, visvijvers enz. zorgden voor de noodzakelijke inkomsten. Ook rijke stedelingen werden aangetrokken door het platteland. Zij kochten dergelijke adellijke woonplaatsen of bouwden nieuwe landhuizen. Door hun rijkdom overtroffen ze vaak de adel in weelde en luxe.